Don’t you just hate that?
Hate what?
Uncomfortable silences. Why do we feel it is necessary to yak about bullshit in order to be comfortable?
I don’t know, that’s a good question.
That’s when you know you found somebody real special. When you can just shut the fuck up for a minute and comfortably share silence.
Oncomfortabele stiltes. Wanneer je mensen samen ziet eten in een restaurant en ze zijn sprakeloos. Geen woord. Buiten het noodzakelijke “het brood is wel lekker hier” en “wat heb jij eigenlijk genomen?”. Je ziet ze en voelt medelijden. Want daar zit je dan. Dan ben je over de dertig en uitgeluld. Zwijgzaam zit je tegenover elkaar. Geen passie, geen interesse, helemaal niets heb je met die persoon die tegenover je zit.
Dit is mijn grootste angst. Uitgeluld zijn. Elkaar niet meer kunnen inspireren, of uitdagen. Geen grappen waar de ander om moet lachen. Geen verhaal dat de ander raakt. Niet de prettige zwijgzaamheid waarbij je geniet van de nabijheid van de ander. Maar het benauwende, beklemmende en hopeloze zwijgen. Het zwijgen dat je uitdaagt om bullshit te gaan praten. Lege woorden om de stilte weg te jagen. Opvulling aan een inhoudsloos gesprek.
Wanneer zijn we uitgeluld? Vrijdagochtend dronk ik een kop koffie in een cafe. Aan het tafeltje schuin voor mij zaten een man en een vrouw. Hij mager, grijs en ineengedoken over de krant. Zij netjes, rode lippenstift en klein. Ze dronken koffie en lazen de krant. Zwijgzaam, maar het soort zwijgzaamheid dat in stilte een levendig gesprek voert. Over de zeventig en nog lang niet uitgeluld. Lief, ontroerend en comfortably sharing silence.
Vind ik leuk:
Like Laden...